Nieuws

Wet Werk en Zekerheid holt de Wet Normering Topinkomens uit

21/08/2015

 

Tijdens de afgelopen crisisjaren zijn tal van wettelijke maatregelen uitgevaardigd om de beloning van bestuurders van vennootschappen, banken en functionarissen werkzaam in de publieke en semi-publieke sector te reguleren.
Dat dit tot bijzondere en onvoorziene situaties leidt blijkt uit het volgende.

Variabele beloningen

De Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semi-Publieke Sector (WNT) verbiedt bonussen en andere variabele (prestatie) beloningen. De consequentie daarvan is dat bijv. de bestuurder van een onderwijsinstelling of gesubsidieerde stichting met een salaris ruimschoots onder het beloningsmaximum niet een prestatiebonus kan worden toegekend van bijv. 1 extra maandsalaris indien en voorzover hij vooraf overeengekomen doelstellingen heeft behaald. Gezien de hoogte van een dergelijke variabele beloning kan van een exces of een perverse prikkel niet worden gesproken. Wel wordt de Raad van Toezicht dan wel het bestuur van de betreffende instelling een sympathiek instrument ontnomen aan de hand waarvan jaarlijks de prestaties van de topfunctionaris-bestuurder kunnen worden geëvalueerd. De regulering lijkt hier doorgeschoten.

Voorts is de afbakening van degenen die vallen onder de definitie van topfunctionaris arbitrair. Door een wetswijziging is getracht die definitie te verbeteren. Thans worden als topfunctionaris aangemerkt:

a. de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen;
b. de hoogste ondergeschikten of leden van de groep ondergeschikten;
c. degene of degenen belast met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon.

Op grond van deze definitie verschilt het per situatie of leden van een managementteam onder de definitie vallen. Indien de leden van het managementteam slechts adviserend zijn aan de directeur/bestuurder, vallen zij niet onder de definitie van topfunctionaris. Indien zij belast zijn met de dagelijkse leiding vallen zij daar wel onder.
Het onderscheid wordt daardoor wel zeer subtiel. Om onduidelijkheden te voorkomen is van belang dat de organisatiestructuur goed vorm wordt gegeven en wordt vastgelegd in de statuten, het directiereglement en/of de mandaatregeling. Niettemin blijft het merkwaardig dat een instelling door subtiele verschillen zelf kan bepalen of de WNT voor bepaalde functies zal gelden.

WWZ versus WNT

Op andere onderdelen lijkt de WNT niet consistent.
De WNT maximeert de beëindigingsvergoeding op € 75.000,=. De wet definieert wat onder een beëindigingsvergoeding moet worden verstaan. Ingevolge die definitie zijn daarvan uitgezonderd uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift.
Met ingang van 1 juli 2015 geldt de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Ingevolge die wet heeft de werknemer bij het einde van het dienstverband aanspraak op een transitievergoeding die kan oplopen tot € 75.000,=, of als dat meer is één jaarsalaris.
Dit is een vergoeding op grond van een wettelijk voorschrift. Het onvoorziene effect van de WWZ is dat het in de WNT beoogde maximum van € 75.000,= per saldo wordt verhoogd met de aan een topfunctionaris toekomende transitievergoeding. Daarmee holt de WWZ de WNT uit.

Afkoop van cao-aanspraken

Zoals gezegd, laat de WNT eveneens uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao buiten beschouwing voor de berekening van de maximale beëindigingsvergoeding van € 75.000,=. Het gaat dan om wachtgeldregelingen en bovenwettelijke uitkeringen.
Voor gemeente-ambtenaren voorziet de CAR-UWO in een uitkering als aanvulling op de WW. De Centrale Raad van Beroep heeft de CAR-UWO aangemerkt als een wettelijk voorschrift en op grond daarvan bepaald dat deze uitkering niet voor de WNT in aanmerking wordt genomen. Die beslissing is zondermeer juist. Bijzonder is wel dat de Centrale Raad van Beroep daarnaast tevens heeft beslist dat dit ook geldt voor de afkoopsom van deze bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. In de rede ligt dat deze uitspraak van de CRvB naar analogie zal gelden voor in algemeen verbindend verklaarde cao’s opgenomen wachtgeldregelingen en bovenwettelijke uitkeringen.
Het gevolg van het bovenstaande is dat de bestuurder in de semi-publieke sector in het kader van de beëindiging van het dienstverband een vergoeding kan ontvangen die vele malen hoger is dan de als maximum bedoelde € 75.000,=.
Indien het dienstverband wordt “opgezegd met instemming van de functionaris” kan aan hem, naast de € 75.000,=, een transitievergoeding worden toegekend en wellicht tevens een afkoopsom terzake van wachtgeld of een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering.
Het gevolg is dat de ene topfunctionaris aanzienlijk beter uit kan zijn dan de andere en dat het als absoluut bedoelde maximum van € 75.000,= van tafel is.

Wilt u meer informatie over deze regelgeving? De arbeidsrecht specialisten van BoutOveres Advocaten helpen u graag!

Contact

  • 050 314 0 840
  • [email]

Nieuws